In Geestman van Dautzenberg gaat een schrijver ‘nadat ie zich enorm stoorde aan de schoenen’ van een date (Eddie Murphy) op het dak een soort vogeltjesdans staan doen, nadat ‘zijn rijen boeken niet wilden spreken’. Het boek leest als een soort mengelmoesje van bekende filmscripts. Geweldige regels zijn spaarzaam, te spaarzaam. Trompetgeluiden over een geweldig ontregelende roman vind ik onbegrijpelijk. Het is karig, flauw, gemakkelijk, al te vaak kinderachtig. Het is geen grote literatuur.

Natuurlijk, ook ik ben een gematigd Eddy Murphy fan. Maar nadat Chrรฉtien Breukers al eens de film Brewsters Millions herschreef naar een novelle vraag ik me af of we wel zo blij moeten zijn met de onmetelijke invloed van Murphy op de Nederlandstalige literatuur, en het fenomeen van naar filmscripts geschreven boeken in het algemeen. Dit boek schreeuwt het uit, de auteur zag ooit de film ‘Birdy’, en met nog 1 of 2 nader te benoemen scriptbronnen heb je het boek zo bij elkaar. Ik had juist gehoopt eens een volwaardige roman van Dautzenberg te lezen, maar dat clichรฉ alleen al, van de schrijver die alleen in zijn boeken kan leven – mijn god, het tegendeel is waar: deze schrijver leeft dankzij films die hij wist zien.

Nee, goede film hoor, Birdy! Maar de postmoderne mix met Boomerang vind ik minder geslaagd, en natuurlijk, ik snap dat je fabrieksmatig elk jaar een boek dient afleveren en dat dan films die je in de negentiger jaren zag een wat grotere rol spelen in je achterhoofd dan je zou wensen. Maar het probleem bij deze roman openbaart zich al in het eerste hoofdstuk: het mist een verhaal, het mist geloofwaardigheid, het dient clichรฉs op zonder deze uit te diepen of bevragen. En het cultiveert een idee van ‘gekte’ die je vaker aantreft in de wat volkser beleving. De vogeltjesdans als ultieme bevrijding – en het kunstwerk als bananasplit voor de massa.

Goed, dat herschrijven van internationale hitjes is natuurlijk inmiddels een oude traditie in Nederland waar 99% van de beroemde Nederlanders zijn bekendheid aan weet te danken. Kunnen we het schrijvers wezenlijk kwalijk nemen dat zij zich naar deze onzin pogen voegen? Misschien wel, misschien niet, maar in elk geval kunnen we het de ‘hosanna’ roepende recensies in diverse media kwalijk nemen. Deze hutspot van kaskrakers zou ‘ontregelend’ zijn – ontregelend op wat? Niet op een filmkenner! Nee, deze roman is vooral ontregelend voor recensenten die elke filmkennis ontberen en dus volslagen ongeschikt zijn om een rol in de kritiek te kunnen spelen.

En hoe komt het eigenlijk dat in het literaire recensiewezen je nooit of te nimmer iemand de films ziet benoemen die in de boeken een grote rol spelen, terwijl toch echt het gros van de moderne literatuur van het scriptsurfen aan elkaar hangt? Dat is een ideologisch ding: het boek mag zogenaamd alleen door andere boeken beรฏnvloed zijn, je noemt af en toe een schrijver, allicht, maar iemand kan gerust een date opvoeren die om haar voeten wordt afgekeurd zonder dat je meteen aan Boomerang mag denken. 

Nog komischer is de reden waarom juist de films van Eddy Murphy zo’n grote rol spelen in het ontstaan van ‘nieuwe’ Nederlandstalige boeken. Het heeft niets van doen met een daadwerkelijke hommage – en alles met het feit dat dit typische Kerstfilms waren die tot in den treure werden herhaald en zich zo diep in de psyche van de nog jonge schrijver wisten nestelen; en nu hij op dat spreekwoordelijke zolderkamertje een ‘geniaal’ verhaal poogt verzinnen soupeert zijn brein uit de diepte beelden op zonder dat de schrijver in kwestie zich er bewust van is dat hij een overbekende kerstfilm zit recyclen. 

Misschien omdat hij weet dat hij er op kan vertrouwen dat het Nederlandse literaire recensiewezen toch nooit iets bespeurt. 


Leave a Reply